In het verkeer heeft elke weggebruiker zijn eigen plaats. Ook voetgangers en fietsers. Maar wat als er geen voetpad is? En waar fiets je het best?
Voetgangers: waar stappen zij?
- Voetpad aanwezig? Daar moet je wandelen.
- Geen voetpad? Dan moet je op het fietspad stappen. Wandel indien mogelijk tegen de rijrichting in. Zo zie je de fietsers aankomen.
- Geen voet- of fietspad? Wandel dan ook links op de rijbaan tegen het verkeer in, zodat je auto's ziet aankomen.
- Woonerf? Je mag de volledige breedte van de weg gebruiken, ook om te spelen. Let wel: je mag het andere verkeer niet nodeloos hinderen.
Fietsers en e-steps: waar rijden zij?
Fietspaden zijn aangeduid door verkeersborden of wegmarkeringen (twee evenwijdige witte onderbroken strepen op het wegdek). Fietssuggestiestroken - vaak in rode of okergele kleur - zijn geen fietspaden, maar een deel van de rijbaan waar andere bestuurders over mogen rijden.
- Altijd op het fietspad als dat er is.
- Fietspaden aan elke kant van de weg? Dit zijn meestal enkelrichtingsfietspaden voor fietsers die met de rijrichting mee fietsen. Je mag hier dus niet tegen de rijrichting in rijden.
- Fietspad aan één kant van de weg? Alleen als het verkeersbord ook aan de andere kant staat, gaat het om een tweerichtingsfietspad. Houd rechts op het fietspad en geef elkaar de ruimte om te kruisen.
- Geen fietspad? Dan rij je zo veel mogelijk rechts op de rijbaan.
- Op het voetpad fietsen?
- Kinderen tot 10 jaar mogen dat, zolang ze geen voetgangers hinderen.
- In fietszones?
- Op de rechterhelft van de rijbaan bij dubbelrichtingsverkeer.
- Bij een enkelrichtingsstraat mag je de volledige breedte gebruiken, maar laat wel ruimte voor fietsverkeer dat wel in de tegenrichting mag rijden.
- Speedpedelecs moeten zich ook aan de maximumsnelheid van 30 km/u houden in fietszones.
Als iedereen deze regels volgt, blijft het verkeer veiliger voor alle weggebruikers. Meer info en tips vind je op www.veiligverkeer.be.
