Elke organisatie in Vlaanderen moet zich houden aan de regels van de vrijwilligerswet. Daarbij komt het Vlaams Decreet Vrijwilligerswerk. Dat geldt voor Vlaamse organisaties, met een erkenning of structurele subsidiƫring van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het Decreet legt extra spelregels vast voor het inschakelen van vrijwilligers.
Informatieplicht
Het Vlaams Decreet Vrijwilligerswerk gaat bij de informatieplicht nog iets verder dan de wet. Voor de vrijwilliger het vrijwilligerswerk start, ondertekent hij samen met de organisatie een afsprakennota op papier. De vrijwilliger krijgt daar een papieren of digitale kopie van. De afsprakennota bevat naast de wettelijke informatie nog extra informatie over:
- de aard, de duur en de frequentie van het vrijwilligerswerk;
- de werking van de organisatie;
- de plaats van de vrijwilliger en van het vrijwilligerswerk binnen de organisatie;
- de contactpersoon voor de vrijwilliger binnen de organisatie;
- de door de vrijwilliger te volgen vorming en opleiding
Verzekeringsplicht
De verzekeringsplicht in het Vlaams Decreet Vrijwilligerswerk gaat nog een stapje verder dan de vrijwilligerswet. Als je organisatie onder dit decreet valt, moet ze zich verplicht verzekeren voor:
- de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie;
- de burgerlijke aansprakelijkheid van elke vrijwilliger voor schade, toegebracht aan de organisatie, aan andere vrijwilligers, aan de hulpvrager of aan derden tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar en van het vrijwilligerswerk;
- de lichamelijke en materiƫle schade, geleden door vrijwilligers bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar en van het vrijwilligerswerk;
- beroepsziekten en besmetting.
Organisaties, erkend als autonome vrijwilligersorganisatie onder het Vlaams Decreet Vrijwilligerswerk binnen Welzijn, krijgen middelen voor hun eigen vrijwilligersverzekering.