Het equivalent leefloon is financiële steun voor mensen die geen recht hebben op een leefloon, omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld qua verblijfsstatus, maar die zich wel in een vergelijkbare noodsituatie bevinden.
Het bedrag waarop je recht hebt, wordt bepaald op basis van je familiale toestand. Er zijn drie categorieën.
- Categorie 1: samenwonend persoon
Wanneer je met iemand samenwoont met wie je de uitgaven voor het huishouden (huur, energie,...) deelt, word je beschouwd als samenwonende. Het inkomen van je partner wordt altijd verrekend. Het inkomen van je ouders of kinderen kan verrekend worden. - Categorie 2: alleenstaand persoon
Wanneer je alleen woont, word je beschouwd als een alleenstaande. - Categorie 3: persoon met gezinslast
Wanneer je minstens één minderjarig, ongehuwd kind ten laste hebt, word je beschouwd als samenwonende met gezinslast. Als je in dit geval samenwoont met een partner, geldt dit bedrag voor jullie beiden samen.
De bedragen kan je hier bekijken.
Voorwaarden
Je moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om een equivalent leefloon te ontvangen:
- een werkelijke verblijfplaats in België hebben en een verblijfsvergunning hebben;
- geen recht hebben op een leefloon of maatschappelijke integratie;
- je in een noodtoestand bevinden. Dit wil zeggen dat je niet in staat bent om onderdak te vinden, je te voeden, kleden, wassen of om toegang te krijgen tot de gezondheidszorg.
Het OCMW kan eventueel ook andere voorwaarden koppelen aan de toekenning van het equivalent leefloon met het oog op maatschappelijke integratie.
Procedure
- Ga tijdens de openingsuren naar het OCMW van je verblijfplaats om een equivalent leefloon aan te vragen. Als je voor het eerst een vraag om bijstand hebt, kan je je aanvraag ook indienen via OCMW online.
- Tijdens het kennismakingsgesprek onderteken je een aanvraagformulier. Daarmee bevestig je je identiteit, geef je informatie over je financiële en sociale situatie, je inkomsten, of een ander OCMW je al hielp en geef je het OCMW toestemming om informatie op te vragen bij o.a. KSZ, andere OCMW's, RVA en instellingen sociale zekerheid. Daarnaast onderteken je een ontvangstbewijs waarin staat dat het OCMW binnen 30 dagen een beslissing zal nemen.
- Vervolgens neemt een maatschappelijk assistent contact met je op om op huisbezoek te komen. Dit is verplicht. We stellen dan vast waar, hoe en met wie je woont. Het huisbezoek is ook belangrijk om te bepalen welk OCMW bevoegd is om je verder te helpen. Waar je gewoonlijk verblijft kan namelijk verschillen van je domicilieadres.
- Er gebeurt een sociaal en financieel onderzoek om te bekijken of je in aanmerking komt. Je moet hier actief aan meewerken. De maatschappelijk assistent kijkt o.a. na of je aan de voorwaarden voldoet: onvoldoende bestaansmiddelen, behoeftigheid, werkbereidheid, rechten uitputten,...
- Het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD) neemt een beslissing over je recht op een equivalent leefloon. Je kan zelf naar het comité komen om je vraag te verduidelijken. Dat moet je op voorhand bespreken met je maatschappelijk assistent.
- Het BCSD kan beslissen om het equivalent leefloon toe te kennen of te weigeren.
- Je kan een sanctie (schorsing, stopzetting en/of terugvordering van het equivalent leefloon) krijgen als je bepaalde bestaansmiddelen niet aangeeft, onjuiste of onvolledige verklaringen aflegt, de gemaakte afspraken uit het GPMI-contract niet nakomt (zie verder voor meer informatie), je meer dan 4 weken in het buitenland verblijft,...
- Na de beslissing van het BCSD ontvang je een kennisgeving van deze beslissing. Als je niet akkoord bent met de beslissing kan je beroep aantekenen bij de Arbeidsrechtbank.
- Na toekenning van het equivalent leefloon onderteken je binnen 3 maanden een GPMI-contract (zie verder voor meer informatie).
Bewijsstukken
- Identiteitskaart
- Verblijfsdocumenten
- Bankrekeningnummer
- Huurcontract (sociale woning, private woning) / hypothecaire lening
- Werkloosheidsvergoeding (bewijs recht, brief RVA stopzetting of schorsing werkloosheidsvergoeding, stortingsbewijs, uitbetalingsinstelling)
- Contactgegevens vakbond / Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW)
- Inschrijvingsbewijs VDAB (werkzoekende)
- Pensioen (bewijs recht, stortingsbewijs, uitbetalingsinstelling)
- Arbeidscontract(en)
- Ziekte- of invaliditeitsuitkering (bewijs recht, brief ziekenfonds stopzetting uitkering, stortingsbewijs, uitbetalingsinstelling)
- Contactgegevens ziekenfonds / Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV)
- Gegevens studie (soort studie, inschrijvingsbewijs, school, lessenrooster,…)
- Gegevens opleiding (soort opleiding, inschrijvingsbewijs, organisator, lessen,…)
- Bewijs inkomsten (loonfiches laatste 3 maanden, stortingsbewijs uitkering,…)
- Bewijs inkomsten samenwonende ascendenten/descendenten (loonfiches laatste 3 maanden, stortingsbewijs uitkering,…)
- Bewijs andere inkomsten (onderhoudsgeld of alimentatie, vakantiegeld, belastingen, huurinkomsten, regelmatige schenkingen, huursubsidie, huurpremie,…)
- Groeipakket: alleen als je het groeipakket voor jezelf ontvangt (stortingsbewijs, uitbetalingsinstelling)
- Vonnis van uithuiszetting, onderhoudsgeld of alimentatie, echtscheiding, jeugdrechtbank,…
Meer info
Stopt je werkloosheidsuitkering?
Je krijgt maximum 1 of 2 jaar een werkloosheidsuitkering. Krijg je die langer dan 2 jaar? Dan stopt je uitkering binnenkort. Je krijgt dan een brief van RVA waarin staat wanneer je werkloosheidsuitkering stopt. Dat is enkele maanden nadat je de brief ontvangt. Heb je vragen over deze brief of ben je niet akkoord met de stopzetting? Neem dan contact op met RVA, je vakbond (ABVV, ACLVB, ACV,...) of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW).
Als je kan werken is dat de beste kans op voldoende inkomen. Heb je hulp nodig bij het zoeken naar werk? Neem dan contact op met VDAB.
Ben je te ziek om te werken? Ga dan zo snel mogelijk naar de dokter! Ga vervolgens met het doktersattest naar je ziekenfonds. Heb je vragen? Neem dan contact op met je ziekenfonds (CM, Helan, Partena,...) of met de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV).
Heb je geen werk en onvoldoende inkomsten? Ga dan naar het OCMW van je gemeente. Het OCMW onderzoekt of je recht hebt op een equivalent leefloon.
Zolang je nog een werkloosheidsuitkering krijgt, kan het OCMW niet beslissen of je recht hebt op een leefloon. Je kan dus pas bij het OCMW langsgaan als je geen uitbetaling van de werkloosheidsuitkering meer ontvangt.
Opgelet: niet alle personen die uitgesloten zijn van werkloosheid zullen recht hebben op de steun van het OCMW.
GPMI
Heb je recht op een equivalent leefloon? Dan is het best mogelijk dat je een bijzondere begeleiding krijgt om een persoonlijk ontwikkelingstraject uit te werken samen met je maatschappelijk assistent. Dit persoonlijk ontwikkelingstraject heet het “geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie”, kortweg GPMI. Het is een traject, op jouw maat gemaakt, dat je moet helpen om zelfredzamer te worden en meer greep te krijgen op je leven zodat je uiteindelijk je eigen weg kunt gaan, zonder hulp van het OCMW.
Je maatschappelijk assistent zal je vragen om een sociale balans in te vullen. Dit is een vragenlijst waarmee hij/zij zicht probeert te krijgen op o.a. je wensen, verwachtingen, behoeften en vaardigheden. Samen met je maatschappelijk assistent bepaal je doelstellingen die je binnen een bepaalde tijdspanne wil (proberen te) verwezenlijken. Ze kunnen zowel te maken hebben met zaken waar je vanaf wil (schuldenoverlast, huisvestingsproblemen, gezondheidsproblemen, …) als met zaken waar je naartoe wil (meer zelfvertrouwen, financieel op eigen benen staan, meer en betere sociale relaties hebben, werk vinden, beter Nederlands kunnen spreken, …). Al deze afspraken worden neergeschreven in een GPMI-contract, waaraan beide partijen zich moeten houden.
De afspraken in het GPMI-contract worden minstens 3 keer per jaar geëvalueerd. Jouw maatschappelijk assistent zal de gemaakte afspraken uit het contract overlopen, evalueren, bijsturen en je vragen om de evaluatie te ondertekenen.
Lees de brochure 'Wegwijs in het GPMI' (beschikbaar in verschillende talen onder het tabblad 'document') en bekijk volgend filmpje om het belang van het GPMI en de verplichtingen dat het met zich meebrengt beter te begrijpen.
Downloads
- Wegwijs in maatschappelijke dienstverlening (POD)596,4 Kb pdf
- Wegwijs voor studenten (POD)46,1 Kb pdf
- Wegwijs voor zelfstandigen (POD)773,8 Kb pdf
