Sint-Gummaruspad - Emblem - 6.5km
Het Sint-Gummaruspad - Emblem
In de voetsporen van de heilige Gummarus
Sinds 12 oktober kan je volop het vernieuwde Sint-Gummaruspad verkennen. Aan de hand van QR-codes op deze route ontdek je tal van bezienswaardigheden. Onderweg zijn extra ontmoetingsplaatsen voorzien.
Je kan even vertoeven op de nieuwe zitbank ter hoogte van het Seppeke. Aan de Sint-Gummaruskapel is een zitbank geplaatst van lokaal hout, afkomstig uit natuurgebieden van Natuurpunt.
Afstand: 6.5 km
Start en einde: Sint-Gummaruskerk, De Voortstraat 8, 2520 Emblem.
Markering: Blauw met aanduiding 'Sint-Gummaruspad'
Extra: Bij regenweer is de route minder geschikt voor rolstoelgebruikers.
Bezienswaardigheden: Sint-Gummaruskerk, voormalige gevangenis, oud gemeentehuis, Sint-Gummaruskapel, sasmeesterhuis, Nete en Netekanaal.
Horecazaken: www.ranst.be/het-goed-leven
Een initiatief van de themaraad Sint-Gummaruspad en de themaraad toerisme.
Scan deze QR code om de GPX te downloaden naar je favoriete wandelapp.
Sint-Gummarus: iedereen associeert hem spontaan met Lier, hier even verderop.
Klopt, maar wat minder mensen weten, is dat Gummarus hier in Emblem
werd geboren! Ook andere belangrijke momenten van zijn leven speelden zich af
in deze kleine deelgemeente van Ranst. Wandel mee in zijn voetsporen en ontdek
waarvoor Sint-Gummarus wordt aanroepen.
De wandeling vertrekt aan de Sint-Gummaruskerk in het centrum van Emblem.
De parochiekerk kwam in 1855 op de plaats waar Gummarus oorspronkelijk zou zijn begraven. Op de gevelsteen rechts naast de ingang ontdek je de datum van de eerstesteenlegging. Rond de kerk liggen grafstenen van vooraanstaanden die vóór 1800 in de vorige kerk waren begraven.
Honderd procent zeker zijn de geleerden niet, maar Sint-Gummarus zou rond 664 als Gunthmar geboren zijn in Emblem, aan de Kleine Nete. Gummarus stamde uit een bekende familie. Zijn ouders waren grootgrondbezitters die behoorden tot de lokale Frankische adel. Heel waarschijnlijk waren zij al bekeerd tot het christendom.
Steek de straat over en stap door de oude dorpskern richting Lier. Tussen huisnummers 28 en 30 staat een klein gebouw in rode baksteen met een houten deur.
Kan je raden wat het is? Het is de oude gevangeniscel, het laatste restant van het 19de-eeuwse gemeentehuis en de gemeenteschool.
Op jonge leeftijd werd Gummarus naar het Merovingische hof in Metz gestuurd om er tot krijgsheer te worden opgeleid onder hofmeier Pepijn van Herstal.
Aan de overkant van de straat zie je het statige voormalig gemeentehuis met belforttoren.
Het werd in 1896 door de bekende Antwerpse bouwmeester Jaak Winders ontworpen in Vlaamse neorenaissancestijl. Beneden woonde de veldwachter en was de gevangenis, boven de raadzaal. De spreuk Eerst Raad Dan Daad en het beeld van Gummarus als ridder sieren de buitengevel. Let ook op de afbeelding van Gummarus in de Windvaan bovenop de belforttoren.
Het koninklijk hof arrangeerde een huwelijk voor Gummarus: hij moest trouwen met Grimmara. Zo zachtaardig en goedhartig als Gummarus was, zo hardvochtig en wreed was Grimmara. Wanneer haar echtgenoot afwezig was, bestuurde ze zijn landgoed met onmenselijk harde hand. Hun onderdanen werden uitgebuit, mishandeld en vernederd. Ze moesten dag en nacht werken en kregen zelfs geen water om de lange hete werkdagen op het veld door te komen.
Volg de Dorpstraat en wandel tot aan de barokke Sint-Gummaruskapel. Ze werd gebouwd op de bron die Sint-Gummarus volgens de legende deed ontspringen uit medelijden met zijn dorstige onderdanen. De datum in de deurstijl toont 1696 als bouwjaar van het huidige gebouw. In 1740 werd een sacristie aangebouwd over de overwelfde doorgang naar de bron, het fonteintje genaamd. Jarenlang was deze plaats een bedevaartsoord, vooral rond de feestdag van de heilige op 11 oktober.
Grimmara werd voor haar wreedheid door God gestraft met hoge koorts en dodelijke dorst. Ze smeekte Gummarus om haar te helpen en in al zijn goedheid genas hij haar
miraculeus.
Voordat je hier aan de oude rood-witte kilometerpaal links afslaat, zie je aan de overzijde van de Dorpstraat een hoger gelegen terrein. Daar zou de oorspronkelijke burcht van Gummarus gestaan hebben, al ontbreekt het aan harde archeologische bewijzen.
Let op de schrijfwijze van Emblem op de paal: Emblehem, afgeleid van Ambel, het Keltisch woord voor rivier, hier de Nete. Emblehem is dan het heem aan de Ambel.
Loop over de gemeentelijke sportterreinen, het Gummarusveld.
De vrome Gummarus was ondanks zijn status en militaire carrière tot een ander soort leven aangetrokken en vatte het plan op om op bedevaart naar Rome te trekken. Maar op de eerste dag van zijn reis strandde hij nauwelijks verder dan de oever van de Nete.
Daar liet hij een boom vellen om zijn kampement op te slaan, tot grote woede van de eigenaar. Gummarus vroeg bedenktijd om zijn overtreding recht te zetten. Hij bond zijn gordel om de boom en bracht de nacht in gebed door. s Morgens waren beide stukken van de omgehouwen boom op miraculeuze wijze weer aan elkaar gegroeid.
Vlak achter het tennisterrein ga je links richting kerkhof tot aan de kleine rotonde aan het einde van de Ambelweg. Hier staat het monument ter ere van de zeven Emblemse gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Neem het smalle padje aan je linkerkant dat uitkomt in de Bosstraat en volg die tot je de Kesselsesteenweg bereikt. Vlak voor de brug over het Netekanaal hou je even halt bij de sierlijke voorgevel van Villa Nethedal.
Let op het jaartal 1900 in de zijgevel aan de torenkant. Eenmaal de brug over draai je rechts de dijk van de Kleine Nete op. Aan de overzijde staat de oude sluiswachterswoning als stille getuige van het vroeger drukbevaren Sas van Emmelen.
Momenteel is het sashuis eigendom van NV de Vlaamse Waterweg. We stappen langs het zomerklokjesreservaat, waar eind april-begin mei het zomerklokje bloeit. Deze beschermde plant gedijt goed in moerassige gebieden, zoals hier. Het zomerklokje is één van de zeldzame wettelijke beschermde planten in Vlaanderen.
Het is op verschillende Natuurpuntpercelen langsheen de uitgestippelde wandeling te zien. De zwarte zaden verspreiden zich in het najaar al drijvend over de omliggende percelen. Zo breidt deze zeldzame plant zich uit.
Volgens de legende hadden Gummarus en de patroonheilige van het nabijgelegen Mechelen, Rumoldus of Rombout, van elkaars faam gehoord en wilden ze met elkaar kennismaken. Na een eerste ontmoeting spraken de vrienden jaarlijks met elkaar af. Ze kozen daarvoor een plek precies halfweg tussen Emblem en Mechelen, aan de Nete net buiten Duffel, waar tot op vandaag een kapel aan hun ontmoetingen herinnert. Op een dag plantten Gummarus en Rumoldus ieder hun staf in een holle eik, waarop die opnieuw blad maakte en begon te bloeien.
Waar de Bollaakbeek in de Kleine Nete vloeit, neem je rechts het jaagpad tussen Bollaak en Netekanaal, terug richting grote brug. Ga de brug onderdoor en steek onmiddellijk rechts de Bollaak weer over. Volg de Bollaakdijk tot je voorbij de visvijvers een pad tussen twee rijen populieren ziet. Tot er in 1894 een brug over de Kleine Nete kwam, vormde deze De Voortstraat de enige verbinding tussen Emblem en Kessel.
Op een eiland in de Nete maakte Gummarus het terrein vrij van bomen en struiken. Het hout daarvan gebruikte hij voor de constructie van dammen, bruggen en dijken. Op de vrijgekomen ruimte bouwde hij een houten kapel ter ere van Sint-Pieter, waar hij zich in stilte en gebed terugtrok wanneer hij niet aanwezig was op zijn kasteel in Emblem. Uit de kern rondom deze bidplaats groeide de huidige stad Lier.
Op het einde van de aardeweg kom je op de plaats waar de Kleine Nete doorwaadbaar was. Dat lukte enkel bij zeer laag tij. Later kwam er een veer. Op oude kaarten wordt deze doorwaadbare plaats 'Het Seppeke' genoemd, afgeleid van 'zijpe' of waterdoorgang. Het was een drukke plaats, waar palingvissers, stropers, dichters, schippers met trekschuiten en anderen passeerden. En dus ontstond er een afspanning, 'Het Seppeke', die na de aanleg van het Netekanaal in 1939 in onbruik raakte en later helemaal verdween.
Volg rechts de dijk langs de Kleine Nete tot je weer aan de Kesselsesteenweg
bent. Wie graag wil pauzeren, kan hier afwijken van de wandelroute en Het Badhuis bezoeken. De tekst op de gevel Maison des Bains 1897 verwijst naar de gloriejaren van deze alom bekende zwemplaats op een afleiding van de Kleine Nete.
Steek de brug over het Netekanaal over en draai onderaan rechts het baantje in dat tot aan het water loopt. Het Netekanaal verbindt het Albertkanaal in Viersel met de Nete in Duffel en maakt een wijde bocht rond Lier. Stap links over de kade van The Oar (de roeispaan), de Open Antwerp Rowing Club en volg de dijk een stuk tot je een pad en een bruggetje tussen bomenrijen ziet. Deze aardeweg is opnieuw de De Voortstraat die vóór het bestaan van het Netekanaal doorliep tot aan de Kleine Nete.
Volgens de legende stierf Gummarus een natuurlijke dood op 11 oktober 714. Hij werd begraven in Emblem. Bij leven al bekend en gerespecteerd, werd hij na zijn dood verder herinnerd en vereerd. Jaren later werden zijn stoffelijke resten, niet zonder tegenstand en obstakels, overgebracht naar Lier, eerst naar Gummarus eigen Sint-Pieterskapel (de huidige constructie van rond 1225 is nog steeds het oudste bewaarde gebouw in de Lierse binnenstad), later naar de grote kerk die te zijner ere Sint-Gummaruskerk werd genoemd.
Steek het bruggetje over de Dorpbeek over en wandel via de De Voortstraat terug tot aan de Sint-Gummaruskerk. Sta nog even stil bij de achterkant van de kerk: tegen de gevel van het koor hangt een arduinen gedenkplaat met het grafschrift van pastoor Antonius Cornelius Van Donghen. Hij nam het initiatief voor de bouw van de neogotische kerk naar een ontwerp van de toenmalige provinciale bouwmeester Ferdinand Berckmans.
Zo. Nu begrijp je wellicht wel waarom Sint-Gummarus aanroepen wordt tegen lichamelijke breuken, spier- en gewrichtspijnen en koorts, maar ook tegen relatiebreuken, ongelukkige huwelijken en echtscheidingen.
Hier eindigt de wandeling.
Napraten kan in een van de sfeervolle horecazaken.
De brochure is gratis verkrijgbaar bij de dienst toerisme, GC Den Boomgaard, Antwerpsesteenweg 43, 2520 Ranst (Broechem) en in de bibfilialen tijdens de kantooruren.
Met dank aan de themaraad Sint-Gummaruspad:
Linda Bracke, Joke Bungeneers, Stefan Crick, Chris De Ceulaerde, Willy De Clerck, Bart Janssens, Frans Marivoet, René Schoonvliet, Karen Wallebroek (dienst toerisme Ranst)
Eindredactie: Elise Vandoninck.
Opmaak: Hilde Jacobs.
V.U. Gemeente Ranst, Johan De Ryck, G. Peetersstraat 7, 2520 Ranst
Merk je onderweg dat er een pijl beschadigd is of ontbreekt? toerisme@ranst.be
© 2020 Themaraad Sint-Gummaruspad – A. Creten, schepen van toerisme
De informatie werd met zorg verzameld.
Wijzigingen zijn altijd mogelijk maar vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de uitgever.
© Met goedkeuring Erven Felix Timmermans